Paulus stuurt een aantal vermaning aan de presbyters en de diakenen. Hij richt zich eerst tot de diakenen; ze moeten ‘onberispelijk zijn in de aanwezigheid van [God’s] gerechtigheid, als dienaars van God en Christus en niet van mensen’. (Polycarpus 5:2)
Aan de presbyters geeft Polycarpus een aantal vermaningen die aangeven wat voor taak ze in de gemeente hadden.
Presbyters […] moeten barmhartig en genadig voor allen zijn, degenen terugroepen die zijn afgedwaald, alle zieken bezoeken, geen enkele weduwe, wees of arme veronachtzamen, maar altijd beogen wat eerbaar is in de ogen van God en de mensen. (Polycarpus 6:1) Hij adviseert de presbyters ook om afstand te houden ‘van degenen die anderen tot zonde verleiden, en valse broeders, en zij die de naam van de Heer leugenachtig gebruiken en die dwaze mensen misleiden.’ (Polycarpus 6:3)Over Valens, die eenmaal een presbyter in Filippi was, maar die door geldzucht die functie niet meer had, en hoe de gemeente daarop behoort te reageren, zie bij Aanleiding voor de brief.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten